Vele vrijgestelde btw-plichtige of niet-btw plichtige vormen een zelfstandige groepering of kostendelelende verenigingen.
Sinds 1 juli 2016 werd de bestaande regelgeving hieromtrent gewijzigd. We overlopen hieronder samen de voornaamste punten om je te herinneren aan de mogelijke verplichtingen.
Wat zijn de voorwaarden voor de btw-vrijstelling?
1) De vrijgestelde diensten moeten ‘overwegend’ zijn
Dit wil zeggen dat de vrijgestelde of niet-btw plichtige activiteiten het overwegend deel van de activiteiten uitmaken. Kort samengevat, minstens 50% van hun omzet.
2) Diensten ‘direct nodig’ voor de leden
De vrijstelling is enkel van toepassing op diensten die direct nodig zijn voor de vrijgestelde of niet-belaste activiteit van de leden.
3) Diensten niet-leden
De zelfstandige groepering kan ook onder de nieuwe regelgeving diensten verrichten voor derden, zonder dat de vrijstelling vervalt. Deze mogen eveneens de grens van 50% niet overschrijden.
4) Kosten
Om de vrijstelling te kunnen toepassen, is het noodzakelijk dat de vergoeding of retributie die aan ieder lid wordt aangerekend enkel de terugbetaling van zijn aandeel van de gezamenlijke uitgaven vertegenwoordigt.
5) Concurrentieverstoring
De toepassing van de btw-vrijstelling mag in geen geval aanleiding geven tot concurrentieverstoring.
Tegen wanneer actie nemen?
Elke zelfstandige groepering moet de start van haar activiteiten melden bij het bevoegde btw-kantoor en dit binnen de maand na aanvang deze activiteiten. Daarnaast moet tegelijk ook een lijst van de leden en een samenwerkingsovereenkomst(enkel in geval van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid) worden bezorgd aan het btw-kantoor. Bij toetreding of uittreding van een lid of bij wijziging of stopzetting van een activiteit moet het btw-kantoor ook binnen de maand worden ingelicht.
Voor zelfstandige groeperingen die reeds bestonden vóór 1 juli 2016 of werden opgericht vanaf 1 juli 2016 tot 31 december 2016, aanvaardt de btw-administratie dat de melding gebeurt uiterlijk op 31 januari 2017.